Hieronder staan een aantal begrippen die je kunnen helpen bij het begrijpen van de informatie.
Vrouwtje = Gelt, na een eerste nest heet het zeug
Mannetje = Beer
Babyvarken = Big
Toom = Naam voor een nest biggen
K.I. = Kunstmatige inseminatie, manier van voortplanten
Berig = Als de zeug klaar is om te paren
Drachtig = Zo noem je het als een zeug zwanger is
Biggennest = Ruimte in het hok waar de biggen kunnen liggen
Biest = De eerste melk van de zeug
Potstal = Grote stal waar drachtige zeugen verblijven
Dekstal = Stal waar de zeugen geïnsemineerd (bevrucht) worden
Kraamstal = Stal met kraamhokken waar de zeugen bevallen en 6 weken verblijven met de biggen
Maak jouw eigen website met JouwWeb